Landgoed De Welle ligt ten noordoosten van Enschede. Het landgoed heeft haar naam te danken aan het grote aantal bronnen.
Landgoed De Welle ligt ten noordoosten van Enschede tussen de Oldenzaalsestraat aan de westkant en de Lossersestraat aan de oostkant. Het landgoed heeft haar naam te danken aan het grote aantal bronnen die onder andere een - opvallend hoog op het landgoed gelegen - vijver voeden. De totale oppervlakte van het landgoed is bijna 22 hectare.
Bijzonderheden
De eigenaren zijn aan het proberen het verdwenen theehuis aan de grote vijver (afgebroken in 1952) te herbouwen. Zoals het er nu naar uit ziet was het één van de oudste theehuizen van Twente (ong. 1850) en van de architect Louis Paul Zocher.
Geschiedenis
Het Amelink, Het Bouwhuis, De Welle, Het IJzerhaar, De Lonnekerberg, Het Haagse Bos, De Snippert, De Judithhoeve en nog enkele andere terreinen vormden eens een bijna aaneengesloten complex dat voort kwam uit het oude bezit van de familie Blijdenstein.
In 1830 kocht B.W. Blijdenstein 10 hectare heide voor het landgoed De Welle en in 1842 nog eens 14 hectare. Tot 1830 zag het terrein van De Welle er anders uit dan tegenwoordig. De heidevelden strekten zich nog over grote oppervlakten uit en bossen waren er slechts hier en daar. Van de Elzenbelt op de Welle had men een ruim uitzicht over een groot deel van Twente. Zelfs het Slot Bentheim kon je vanaf de Welle zien liggen.
In 1832 zaaide B.W. Blijdenstein langs de Oldenzaalsestraat dennen, die in 1834 werden uitgepoot. Langs de Lossersestraat werden op het hoogste deel van het terrein eikels gezaaid, maar langs de paden werden later jonge eiken geplant. De tuin- en landschapsarchitecten D. Wattez (1833-1906) en P.H. Wattez (1871-1953), vielen zoals bij veel fabrikanten ook bij de familie Blijdenstein in de smaak. Op de Welle verzorgden ze de landschappelijke parkaanleg waaronder de bochtige laan vanaf de poort tot de boerderij, waarvan het eerste deel is beplant met een dubbele rij lindebomen.
In 1857 kwam bij het overlijden van B.W. Blijdenstein De Welle aan de minderjarige kinderen van zijn reeds overleden oudste zoon Jan Bernard Blijdenstein. Er stond toen op het terrein een "Fabrijk en Erf, zes roeden vijfenvijftig ellen". De boerderij genaamd 'Vierschacht' (naar een 4-schachts weefgetouw) deed dienst als inbrengkantoor voor de Lonneker handwevers die voor Blijdenstein &Co. werkten. Vanaf het begin was het de bedoeling om het terrein niet alleen tot buitenplaats te maken, maar er ook boerenbedrijven te vestigen. Houtopbrengst was de derde functie van het terrein. Vanaf circa 1890 konden twee boerderijen op het terrein gevestigd worden. De weilanden speelden een grote rol in de parkaanleg in Engelse stijl door Wattez. Ze vormden samen een gezichtsas. Vanaf de Welle kon je op het Amelink kijken: een laan verbond de beide buitenplaatsen. De familie Kamp heeft hier bijna 100 jaar geboerd.
Sinds 1930 is De Welle gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928 en is het opengesteld voor wandelaars. De familie Blijdenstein heeft nimmer op het landgoed gewoond, totdat in 1954 het huidige landhuis gereed kwam. Wel kwam men voorheen vaak naar het theehuisje aan de grote vijver. Tussen 1857 en 1988 vonden meerdere verervingen plaats. Bij de meest recente vererving ging het landgoed over van Herman Gijsbert Blijdenstein op zijn twee jongste kinderen Geertruid Wilhelmina Krudop-Blijdenstein en Benjamin Willem Blijdenstein. Hierbij werd het landgoed in twee gelijke delen opgesplitst. Om potentiële versnippering tegen te gaan heeft mevrouw Krudop-Blijdenstein haar broer in december 2006 uitgekocht en is het gehele landgoed weer in één hand gekomen. De boerderij 'de Vierschacht' is bij die transactie in erfpacht doorverkocht aan de oudste zoon van de heer en mevrouw Krudop.