Den Aalshorst maakt deel uit van een uitgestrekte landgoederenzone waarin ook de aangrenzende landgoederen Den Berg, Hoonhorst en Rechteren liggen.
Landgoed Den Aalshorst ligt in de gemeente Dalfsen, ten zuiden van de rivier de Vecht. De totale oppervlakte van het landgoed bedraagt zo'n 530 hectare.
Bijzonderheden
Een verkoopadvertentie in de Zwolse Courant uit het voorjaar van 1879 bevat de vermelding dat op Den Aalshorst 'menigte milddragende vruchtboomen van de uitgezochtste sorten' aanwezig waren. Zowel in de moestuin, met een geometrische aanleg, als in de 'Engelse tuin' bevinden zich fruitbomen. De huidige collectie fruitbomen op Den Aalshorst is te danken aan Godert Willem van Dedem (zie ook hierna bij geschiedenis). Uit onderzoek naar de fruitcollectie is gebleken dat er een uitgebreid sortiment van circa dertig appelrassen, dertig perenrassen, druiven, pruimen, morellen en mispels aanwezig was, waarvan vele uiterst zeldzame soorten. Tot de bijzondere appels op Den Aalshorst behoren de Ananas Reinette, Reinette d'Orange, Belle van Lunteren, Seigneur Tillis en Freiherr von Berlepsch. De verzameling peren werd in het onderzoek omschreven als uniek voor Nederland. Bijzonder binnen de fruitcollectie is de collectie leifruit.
Geschiedenis
Tot in de 17de eeuw was Den Aalshorst of Aelshorst niet meer dan een gewone boerderij. In 1641 kochten Jacobus Vriesen en zijn vrouw Helena van der Beecke "het erve ende goet Veldink offte Aelshorst", een boerderij die al rond 1390 genoemd werd. De oorsprong van de naam Aalshorst of Aelshorst valt als volgt te verklaren: 'horst' is een historische benaming voor een al dan niet met kreupelhout of hakhout begroeid, hoger gelegen stuk (meestal zand) grond. 'Aels' staat voor de boomsoort els. Een gevelsteen in het huidige huis verbeeldt de daaropvolgende ontwikkelingen: 1644 R 1720, geschreven in Romeinse cijfers. 1644 is het jaartal waarin Jacobus en Helena een spieker stichten nabij de boerderij. De spieker is nooit bedoeld als opslagplaats, maar is vanaf begin af aan in gebruik genomen als landhuis.
De R tussen de twee jaartallen staat voor renovatum, hetgeen vernieuwd betekent. De vernieuwing vond in 1720 plaats door de bouw van het huidige huis. In 1720 liet Jacob Vriesen spieker Den Aalshorst afbreken en bouwde op dezelfde plaats het huidige huis met aan weerskanten van het voorplein bouwhuizen. In die tijd werd in het park en de tuin rond het huis een stelsel van lanen en waterwegen in geometrische stijl aangelegd.
In 1808 kocht de Zwolse koopman Henricus Ignatius Christianus van Kempen Den Aalshorst. Na het overlijden van Van Kempen kwam het huis in 1821 in bezit van de familie Dietzigius. In 1832 woonde Louis Rhijnvis Feith op Den Aalshorst, zoon van de bekende dichter Rhijnvis Feith. Louis Rhijnvis Feith was getrouwd met Johanna Theodora baronesse Van Dedem, afkomstig van de nabijgelegen havezate Den Berg. Na haar overlijden in 1878 kwam het huis in bezit van Godert Willem baron Van Dedem jr. In 1908 werd het landgoed ondergebracht in de N.V. Maatschappij tot exploitatie van het landgoed Den Aalshorst en aanhorigheden.
Ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van het huidige huis Den Aalshorst is in 2021 het boek 'Den Aalshorst – Levensverhaal van een landgoed' uitgegeven. Het boek is gewijd aan de rijke historie van het landgoed, vanaf het prille begin als boerenerf in de Middeleeuwen tot vandaag de dag. Centraal staat de zoektocht naar wat er is achtergebleven van de leefwereld van de mensen die hier vroeger hebben gewoond en gewerkt.