Het Everloo, aan de rand van het Roderveld, kent een lange geschiedenis waarbij huis en omliggende grond aan elkaar verbonden waren. Sinds 2005 wordt de havezate apart geƫxploiteerd en heeft Natuurmonumenten de grond in bezit.
De havezate heeft nog altijd de karakteristieke kenmerken van vroeger, zowel van binnen als van buiten. Het historische gebouw heeft gerenoveerde authentieke muren en de voederbak voor paarden staat er nog. Ook het Bentheimer zandsteen op de vloeren, de grote niendeuren, de oude gereedschappen en gebruiksvoorwerpen aan de muur, het aardewerk in de kast, de worstendrogerij, de open haard, de houtkachel herinneren aan vroeger.
Rondom de havezate liggen akkers en bos. Langs en over Het Everloo lopen beekjes die op de Oldenzaalse stuwwal ontspringen. In het verleden zijn die gekanaliseerd en vergroot om sneller water te kunnen afvoeren. De omliggende natuurgebieden dreigden hierdoor te verdrogen. Natuurmonumenten zorgt ervoor dat de beekjes weer hun vertrouwde loop terugkrijgen.
Geschiedenis
Waarschijnlijk is Het Everloo rond 1200 te leen is gesteld aan het geslacht Van den Clooster. In 1633 na vele verervingen en verkopen bestaat Het Everloo uit een soort jachtslot, een Bouwhuys (boerderijgebouw met stallen), een schuur, en een hoender- en bakhuis.
Na enkele verervingen komt Het Everloo in 1796 in handen van Andries baron Sloet toe Everloo, die rijksontvanger te Weerselo is en bovendien lid van de Staten van Overijssel. Boven de deur van het Bouwhuys vindt men de wapens van de Sloets en van de Van der Marcks in Bentheimerzandsteen. Twee griffioenen omklemmen die wapens.
Een kleine twintig jaar later raakte het jachtslot ernstig in verval en werd gesloopt. De plaats waar het jachtslot heeft gestaan, is nog wel goed herkenbaar. De fundering is achtergebleven en bestempeld als archeologisch monument. Weer twintig jaar later, in 1831 kocht predikant Johannes Palthe Het Everloo om zijn zoon Frederik er te laten wonen. Die exploiteerde het als een soort herenboer. Frederik ging zich later Racer Palthe noemen, omdat zijn vader gehuwd was met een dochter van de Oldenzaalse advocaat (patriot) mr. J.W. Racer. Door de nieuwe naam hoopte hij het gevaar op uitsterving van die naam te voorkomen. Na de dood van Frederik Racer Palthe, volgde zijn zoon Carel Bernhard hem in 1862 op. Zijn achterkleinzoon Jan en zijn vrouw gingen de havezate vanaf 1967 exploiteren. In het voorjaar van 2005 werd de havezate en het omliggende landgoed van ca. 25 hectare aan Natuurmonumenten verkocht. Aan het eind van dat jaar verkoopt Natuurmonumenten de havezate aan een horecaondernemer. Inmiddels wordt havezate Het Everloo gebruikt als uitspanning en voor feesten en partijen.