Samen vormen ’t Rozendael en ’t Nijenhuis een groot en afwisselend landgoed met een agrarisch karakter. Beeldbepalend zijn de verschillende lanen, bijna 10 kilometer.
Het grootste deel van de eigendommen die behoren bij landgoed 't Rozendael - 't Nijenhuis liggen ten zuidwesten van Heino. Naast enkele losse percelen en boerderijen, heeft de Stichting ook een groter aaneengesloten bezit in de IJssel-uiterwaarden bij Herxen. De landgoederen hebben een gezamenlijke oppervlakte van circa 480 hectare. Het geheel heeft een vrij grootschalig afwisselend karakter.
Bijzonderheden
Onderdeel van het grotere landgoed vormt de buitenplaats rond landhuis 't Rozendael. Naast het landhuis, zijn hier diverse bijzondere gebouwen en gebouwde elementen aanwezig, zoals het koetshuis met schuur, tuinmanswoning, de toegangsbrug, een deels ommuurde moestuin met druivenkas, diverse tuinornamenten en een duiventil. Recent zijn met subsidie van de provincie Overijssel de paden in de oude moestuin weer in ere hersteld. De duiventil, gelegen op een weiland voor het landhuis, is in de kleuren rood en wit geschilderd, kleuren die verwijzen naar het wapen van de familie Van Ittersum. Het recht om duiven te houden was een zogenoemd heerlijk recht, dat voorbehouden was aan landgoedbezitters. Samen met het park zijn huis en tuin aangewezen als rijksmonument. De Van Ittersum-kleuren rood en wit worden ook, in streepvorm, aangetroffen op luiken van de boerderijen die bij het landgoed horen. Van oudsher werd hiermee het eigendom als het ware afgebakend. Door met markeringen te werken ontstaat echter ook een geordend landschap, waarin de bezoeker ervaart dat het landschap bij elkaar hoort.
Geschiedenis
Zoals zoveel andere landgoederen begint 't Rosendael zijn geschiedenis als een gewoon boerenerf. Door aankoop van gronden met boerderijen en vooral door vererving is een groot buitengoed ontstaan. Er zijn gebouwen bijgekomen en lanen, parken en bossen aangelegd.
De eerste vermelding van 't Rosendal, zoals het toen nog heette, dateert uit 1394. Pacht en belastingen werden destijds voornamelijk in natura betaald. Dat wil zeggen: met de producten van het land, zoals rogge en haver. Die producten werden opgeslagen in een voorraadschuur op het erf, spieker genoemd. Deze betalingen in natura werden in de loop van de zeventiende eeuw vervangen door betalingen in geld. Daarmee verdween de oorspronkelijke functie van de spieker, die van voorraadschuur. Toen er geen gevaar meer te duchten viel van Spaanse of staatse troepen, die tijdens de Tachtigjarige Oorlog nog regelmatig in Salland rondzwierven, konden de beheerders van de erven gaan denken aan een heel ander gebruik van hun leengoederen. Het waren in die tijd meestal gegoede Zwolse burgers die de Heinose erven bewoonden. Ze hadden behoefte aan een buitenplaats om van voorjaar tot herfst te vertoeven. Zo veranderden de spiekers van voorraadschuren in buitenhuizen voor dames en heren van stand. Dit gold in 1676 ook voor 't Rosendal. Zwollenaar Johan Voet en zijn vrouw Sofia Bentinck lieten hun spieker naast de al bestaande boerderij bouwen. In de jaren die volgden werd de bestemming als buitenhuis nog duidelijker zichtbaar. Rond 1700 waren naar Franse mode al parkjes, een boomgaard, een rechte vijver, een sterrenbos en een laan voor het huis aangelegd.
In 1734 werd 't Rosendal verkocht aan de weduwe van Voorst tot de Grimberg. Na haar werden verschillende familieleden eigenaar. Na het overlijden van eigenaar E.E.A. van Voorst verkochten de nabestaanden het landgoed in 1853 aan Hendrik Croockewit, directeur van de Nederlandsche Bank. Hij liet talrijke verbeteringen aanbrengen, waaronder de bouw van het nog steeds aanwezige koetshuis, tevens tuinmanswoning. Ook kocht hij erve Klein Rosendal, dat in vroegere tijden ook al tot 't Rosendal had behoord. In 1858 verkocht hij het hele landgoed weer aan J. Koster van Houten, die predikant was geweest in Heino. Hij heeft rond 1860 het hoofdgebouw verhoogd met een verdieping, waardoor het landhuis zijn huidige vorm kreeg. De nieuwe naam werd 't Rozendael.
Een ernstige aantasting van het landgoed vond plaats in 1880 door de aanleg van de spoorlijn Zwolle-Almelo. Deze loopt nu dwars door het landgoed heen. Via vererving kwam 't Rozendael in 1914 in bezit van F.A.R.A. baron van Ittersum. Hij bezat al de naastliggende boerderijen 't Crayenschot en de Vos. In 1939 werd het landgoed, samen met andere bezittingen, ondergebracht in een stichting, het Baron van Ittersum Fonds. Een belangrijk moment, want één van de doelstellingen van de stichting is het in stand houden van 't Rozendael. In 1987 slaagde de stichting erin de meeste grond met boerderijen van het aangrenzende landgoed 't Nijenhuis erbij te kopen. De boerderijen zijn veelal als woning in Sallandse stijl verbouwd.