Schoonheten is een groot klassiek landgoed met bezittingen rondom Heeten en bij Stegeren. De twee bouwhuizen zijn kwartcircelvormig en voorzien van de blauw-witte landgoedluiken.
Het landgoed is 400 hectare groot en ligt tussen de Veluwe en de Sallandse heuvelrug in de IJsselvallei. Het landgoed bestaat uit oude bossen, weilanden en akkergrond. Op het landgoed ligt ook ligt de Schoonheterheide, een vochtig heideveld dat nooit in cultuur werd gebracht. Het is nu een natuurreservaat in beheer bij Landschap Overijssel.
Bijzonderheden
In 1919 is de tuin aan de zuidkant van het huis door architect Leonard Springer aangelegd. Achter het huis is een 'buitentuin' en een 'binnentuin'. In 1917 werd in de buitentuin een tennisbaan aangelegd. De geometrische binnentuin ligt binnen de gracht en wordt tegenwoordig meer als familietuin gebruikt.
Naar Schoonheten rijdend ziet men aan de rechterkant een duiventil staan in een akker, die de 'Duivenslag' wordt genoemd. De buitenkant heeft een beschildering in de Bentinckkleuren, zandlopervormig blauw-wit, net als de luiken op de boerderijen. Het recht op het houden van duiven werd in 1702 voorbehouden aan hen, die meer dan zes mudden grond bezaten. Onder het regime van de Fransen werd in 1789 het recht op het houden van duiven afgeschaft. Pas vanaf 1805 mochten mensen met jachtvergunning veldduiven houden en twee jaar later werden alle duiventillen geregistreerd. Schoonheten mocht 100 paren duiven houden voor consumptie en mest.
Geschiedenis
Sinds het begin van de 17de eeuw woont de familie Bentinck op Schoonheten. De eerste was Hendrik Bentinck (overleden september 1639) die in de loop van zijn leven veel grond, huizen en boerderijen kocht. In 1633 had hij genoeg grond en bezittingen om bij de Ridderschap en Steden op de Hof het "recht van havezate" aan te vragen. Hij kreeg het, op voorwaarde dat hij zijn hof (hoeve) verving door een adellijk huis. Dat deed hij niet; hij bouwde een geheel nieuw huis.
In de 18de eeuw werden de bouwhuizen voor het huis gebouwd en kwam er een vaste brug over de gracht. Nadat een deel van het koetshuis was afgebrand, liet Volkier Rudolph Bentinck twee kwartcirkelvormige bouwhuizen neerzetten. Tussen de gebouwen door had hij uitzicht op de vijver en de Sallandse heuvelrug. Door landschapsarchitect P.W. Schonck liet hij een tuin in Engelse landschapsstijl aanleggen. In de 19de eeuw werd het huis wit gepleisterd, werd het huis uitgebreid en werden er drie gevels door baksteen vervangen. Alleen de zuidgevel is ook in de 21ste eeuw nog wit.