De sporen van een eeuwenoud landgoed zijn duidelijk herkenbaar in 't Warmtink, ondanks het feit dat het oude huis al sinds 1844 verdwenen is. Het landgoed is nu agrarisch van karakter.
Landgoed het Warmtink ligt in de gemeente Hof van Twente, aan zowel de oost- als westzijde van het Twentekanaal. De gronden aan de westkant van het Kanaal zijn wat meer versnipperd; zo ligt het Demmersblok (Natuurgebied van Stichting Twickel) tussen twee landbouwpercelen van het landgoed in.
Geschiedenis
Al in 1430 wordt Erve het Warmtink genoemd als leen van Borculo, met de richter van Delden (Willem Ribbert) als leenman. In de 16de en 17de eeuw is het Warmtink in bezit van de Twentse familie van bestuursambtenaren De Reiger. Dankzij een bewaard gebleven gevelsteen uit 1552 weten we dat in dat jaar het omgrachte huis gebouwd of verbouwd werd. In de 17de eeuw zijn de gronden rond het huis verkaveld en kreeg het bezit een rechthoekige vorm van ongeveer een kilometer bij 500m. Hierop lagen twee zichtassen: een vóór het huis, en één haaks daarop voor het huis langs. Dit is de Warmtinklaan. Er heeft ook een sterrenbos gelegen.
In 1746 verkopen de erfgenamen van de familie De Reiger het landgoed aan de wijnkoper I.C. Gewin, wiens kleinzoon het gehele landgoed en landhuis herinrichtte. Zo werd bijvoorbeeld een kleine slingertuin aangelegd; een van de eerste voorbeelden van deze Engelse landschapsstijl in Nederland.
In 1816 worden het landhuis, de landerijen en zes pachthoeves verkocht aan de Twentse textielfabrikant E. Coster en zijn schoonzoon H. ten Cate. In 1844 is het landhuis dusdanig vervallen, dat het gesloopt wordt en vervangen door een boerderij. Aan de hand van het verkavelingspatroon, de grachten en het lanenstelsel, is vandaag de dag nog goed te zien waar het landhuis gestaan heeft. Na de sloop van het landhuis is aan één van de boerderijen een zogeheten "herenkamer" gebouwd, maar ook deze is mettertijd verdwenen.
Het landgoed is sinds 1816 in bezit van dezelfde familie. De huidige eigenaresse is mevrouw C.G. Bakker- Hänish ten Cate. De familie heeft het landgoed in de loop van de tijd zo goed mogelijk economisch rendabel gemaakt: de landbouw en de exploitatie van eikenhakhout waren belangrijke economische dragers. Toen de producten van eikenhakhout (eek -om leer mee te looien- en brandhout) door de komst van chemische looistoffen en fossiele brandstoffen hun nut verloren, zijn de hakhoutpercelen omgezet in landbouwgrond of opgaand eikenbos. De landbouw is altijd wel belangrijk gebleven voor het Warmtink. Als een pachter zijn bedrijf staakte, werd de vrijgekomen grond verdeeld onder de pachters. De meer westelijke gronden waren lange tijd te nat om in te zetten voor landbouwkundig gebruik. Hier werd onder andere grove den op geteeld, die nodig was in de mijnbouw.
Door de aanleg van het Kanaal in 1930, werden de percelen beter ontwaterd en konden ze ingezet worden voor landbouwkundig gebruik. De eigenaren van het landgoed kreeg ook steeds meer grond zelf in handen en vanaf de jaren '70 werd gekozen voor maïsteelt vanwege de hoge prijs die hiervoor betaald werd. De grond werd bewerkt door een van de pachters van het landgoed. Vanaf 1991 begon een van de kinderen van de eigenaresse een vleesveebedrijf van aanvankelijk 70 hectare. Dit bedrijf bouwde zich steeds verder uit en heeft op dit moment ca.100 hectare grond in gebruik. In 2001 is een nieuwe boerderij gebouwd aan de Warmtinklaan, waarin het bedrijf gevestigd zit.