Landgoed Twickel, bijna zeven eeuwen oud en 4.400 hectare groot. Eén van de grootste landgoederen van Nederland. Kenmerkend zijn het kasteel, de historische boerderijen en het kleinschalige coulisselandschap. Bossen heidevelden en vennen, akkers en weilanden omzoomd met houtwallen wisselen elkaar af.
Kasteel Twickel ligt ten noorden van het stadje Delden. Het hart van het landgoed wordt gevormd door het kasteel en het omliggende park. De tot het landgoed behorende gronden, met een omvang van 4.400 hectare, strekken zich uit over de gemeenten Hof van Twente, Borne, Hengelo en Wierden. Sinds 1953 wordt het landgoed beheerd door Stichting Twickel. Tot de bezittingen van de stichting behoren naast Twickel landgoed Brecklenkamp, 335 hectare groot, in noordoost Twente, met aansluitend daaraan het, in Duitsland gelegen, landgoed Lage. In Gelderland behoren de landgoederen Hof te Dieren, de Gelderse Waard en Nettelhorst tot het eigendom. Als laatste valt het landgoed Wassenaar te noemen. In totaal omvatten de bezittingen 6.800 hectare grond en daarmee is de stichting de grootste particuliere landgoedeigenaar van Nederland.
Bijzonderheden
Twickelervaart
In vroege eeuwen vormde de scheepvaart in Twente een belangrijke vervoersvorm om goederen te vervoeren naar de IJsselsteden, Holland en Friesland. Het bestaansrecht had de scheepvaart vooral te danken aan het moeizame vervoer over de weg: zomers waren de wegen droog, mul en stoffig en 's winters waren ze onbegaanbaar door regen en overstromingen. Lange tijd ontbrak in Delden een goede waterweg. Wie goederen wilde vervoeren moest deze eerst met een wagen naar Almelo of Enter brengen. In opdracht van graaf Carel George van Wassenaer Obdam werd tussen 1771-1775 de Twickelervaart gegraven. Aan het begin van de vaart, die bij Enter in de Regge uitmondt, werd een haven met schippersherberg en overslagfaciliteiten aangelegd. Het complex kreeg de naam Carelshaven. Vandaag de dag is in de voormalige herberg Landgoed hotel & restaurant Carelshaven gevestigd (zie ook de website van Carelshaven).
Zout
Twente is, onder meer, bekend om de zoutwinning en de kenmerkende zouthuisjes. Bij toeval werd het zout ontdekt in de ondergrond van landgoed Twickel. Rodolphe Frédéric baron van Heeckeren van Wassenaer wilde op Twickel een drinkwaterleiding laten aanleggen, omdat de bestaande putten en pompen vaak onzuiver water leverden. In maart 1883 was zijn broer George op 26 jarige leeftijd gestorven aan tyfus, een ziekte die wordt veroorzaakt door het drinken van besmet drinkwater of voedsel. Zelf had George al naar goed drinkwater laten zoeken maar de boringen die in zijn opdracht werden uitgevoerd kwamen niet verder dan zo'n 27 en 44 meter. Op deze diepten stootte men op ondoordringbare keileemlagen. Zijn broer Rodolphe Frédéric maakte er een erezaak van om het werk van zijn broer voort te zetten. In 1886/1887 vonden er nieuwe boringen plaats. Daarvoor werd een boortoren geplaatst in de wildbaan. Bij de boringen werd een diepte van meer dan 560 meter bereikt. In plaats van zoet water werd er pekel aangetroffen. De baron overwoog het zout te exploiteren. De eerste zoutziederij werd echter pas zo'n dertig jaar later, in 1918, gerealiseerd in Boekelo, door J.P. Vis uit Zaandijk. In 1894 verrees ten westen van het kasteel, aan de rand met de Deldeneresch, een watertoren die werd aangesloten op het drinkwaternet van Almelo. Zie ook de website van het Zoutmuseum Delden.
De Eschmolen
Aan de weg van Delden naar Almelo, ten westen van het huis Twickel, stond een wind-korenmolen. In de 16e eeuw stonden hier al twee windmolens. De Eschmolen werd in 1734 gebouwd in opdracht van Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam, Heer van Twickel. Tijdens een zware storm in 1934 waaiden de wieken van de molen. Het vervallen restant van de molen brandde in 1959 af. De Stichting Eschmolen Delden wil de molen herbouwen dicht bij zijn oorspronkelijke plek en deze openstellen voor publiek. Momenteel is met bezig bij elkaar brengen van de financiële middelen om de molen te kunnen herbouwen. Zie ook de website van de Eschmolen.
Geschiedenis
Het huis Twickel en haar bewoners
De geschiedenis van Twickel gaat terug tot 1347. In dat jaar kocht Herman van Twickelo het 'Huis to Eysinc' (Eijsink/Eijsinc), nabij het stadje Delden. Bij de koop was een watermolen inbegrepen: de Noordmolen, gelegen aan de Azelosebeek.
Waarschijnlijk is het huis Twickel als volgt ontstaan: de normale gang van zaken in die tijd was dat een edelman eerst een boerderij kocht, en als de zaken goed gingen, op zijn erf een stenen huis liet bouwen, al dan niet omgeven door een gracht. De boerderij bleef in het begin meestal gewoon staan. Op zichtafstand van het stenen huis, zodat de edelman voortdurend toezicht kon houden op zijn landbouwbedrijf. De boerderij was het Eijsink. Het huis dat Van Twickelo ernaast bouwde kreeg de naam Twickel. Het huis werd als zodanig voor het eerst genoemd in een akte uit 1382 en was vanaf het begin af aan omgracht. Het huis zelf bestond waarschijnlijk uit twee vertrekken, een grote zaal die door een schouw kon worden verwarmd en daarachter een kamer, waarschijnlijk in de vorm van een opkamer boven een ondiepe kelder. Het Eijsink en het huis Twickel bleven vele eeuwen met elkaar verbonden. Waarschijnlijk is de boerderij in de 16e eeuw afgebroken toen het huis werd uitgebreid.
Het huis zoals we dat vandaag de dag kennen is in verschillende bouwfasen tot stand gekomen en heeft de allure van een kasteel. Het huis is aan drie zijden rondom een binnenplaats gebouwd. De linkerzijde van de voorgevel van het huidige huis dateert uit het midden van de 16de eeuw, de rechterzijde dateert uit het midden van de 17e eeuw. Ook de zijvleugel (zuid-west) dateert uit het midden van de 17e eeuw. De galarijvleugel aan de achterzijde dateert uit 1692. In 1850 werd aan de noordzijde een tuinpaviljoen aangebouwd. De laatste grote ingrepen dateren uit de periode 1896-1925, het huis werd toen gemoderniseerd. Sindsdien is er vrijwel niets aan het huis gewijzigd.
Twickel is nooit verkocht: het vererfde van vader op zoon of op dochter en was achtereenvolgens bezit van de families Van Twickelo (1347-1539), Van Raesfelt (1539-1682), Van Wassenaer Obdam (1682-1831) en Van Heeckeren van Wassenaer (1831-1975). De laatste eigenaresse, Marie barones van Heeckeren van Wassenaer, bracht het huis en het landgoed in 1953 onder in een stichting. Naar haar wens wordt het huis nog steeds bewoond.
Het wapen van Twickel wordt gesierd door een haal of haardijzer, een ketelhaak die boven het vuur hangt om een kookpot hoger of lager te kunnen hangen. De Van Twickelo's voerden het haardijzer in allerlei varianten. De circa 150 boerderijen die tot het landgoed behoren zijn herkenbaar aan hun wit met zwart omlijste luiken. De windveren en kozijnen van de boerderijen zijn geschilderd in Twickel-crème en de deuren zwart. Ook andere gebouwen die tot het landgoed behoren kenmerken zich door deze kleurstelling. De meeste boerderijen hebben een wolfsdak, een dak met afgeschuinde einden. Dit is een specifiek kenmerk, er kan dan ook met recht gesproken worden over 'Twickelboerderijen'. In Twente komen voornamelijk boerderijen met topgevels met houten planken voor.
Tuinen en park
Twickel staat bekend om haar tuinen en park. Aanvankelijk bestond de tuin van Twickel alleen uit een moestuin. In de Renaissance, tussen 1625 en 1655, werd een deel van de moestuin veranderd in een siertuin in geometrische stijl. Na 1715 werd het gehele gebied binnen de grachten als siertuin in barokke stijl aangelegd, mogelijk naar ontwerp van tuinarchitect Daniël Marlot. De moestuin werd toen verplaatst naar een terrein tegenover het huis. In 1769 werd ten noorden van de buitengracht een wildbaan aangelegd.
In de tweede helft van de 18e eeuw deed de vroeg landschappelijke stijl haar intrede op Twickel. Waterpartijen werden vergraven, een fijnmazig netwerk van paden werd aangelegd en er werden heuveltjes opgeworpen. Ook kregen allerlei tuingebouwtjes een plaats. Naar plan van Jan David Zocher jr. werd het park rond 1835 heringericht. Toen kwam ook de huidige oranjerie tot stand. Hieromheen ontwierp Hugo Poortman eind 19e eeuw een formele tuin.
Het landschapsplan dat Carl Eduard Adolph Petzold maakte in de jaren 1885-1891 had betrekking op het park rondom het huis, het Twickelerbos, het overpark en Azelermeen. In de loop der jaren werd de band tussen het huis en de moestuin steeds losser. Omdat er in het landschapsplan geen ruimte meer was voor de moestuin werd deze omstreeks 1890 naar de huidige locatie langs de Bornsestraat verplaatst. Hier is nu ook een kwekerij gevestigd.
Vanaf eind jaren 90 van de 20e eeuw tot begin 2015 was landschapsarchitect Michael van Gessel betrokken bij de vernieuwing van de parkaanleg van Twickel. Hij maakte een masterplan voor het huispark en het overpark. De aanleg van de rondweg om Delden (N346) in de jaren '70 van de vorige eeuw zorgde voor een aantasting van het landgoed en het doorsnijden van de verbinding tussen Delden en het landgoed. Vanuit Delden was Twickel alleen voor langzaam verkeer direct bereikbaar door een tunnel onder de weg door. In 2014 is er een voetgangersbrug geplaatst. Hiermee is de barrièrewerking van de weg verminderd en de ruimtelijke en landschappelijke samenhang tussen Delden en het landgoed versterkt. In lijn met het masterplan van Van Gessel heeft Strootman Landschapsarchitecten de uitvoering voortgezet. Voortvloeiend uit dit plan werd in 2017 een tweede voetgangersbrug geplaatst.